Rome, begin 20e eeuw: een rijke psychiater, die een gesticht voor vrouwen runt en in zijn praktijk geen verbeeldingskracht heeft, moet een oppas voor zijn kind vinden als zijn vrouw in paniek raakt na de bevalling. Hij brengt een boerin, Annette, naar Rome en dwingt haar haar eigen baby achter te laten. Tot ontsteltenis en toenemende woede van de vrouw krijgt de oppas onmiddellijk een band met het zoontje van het paar - Annette is een natuurtalent. Tegen een achtergrond van linkse demonstraties vraagt Annette, wier minnares een lerares is die gevangen zit wegens subversie, aan de dokter om haar te leren lezen en schrijven. Haar aard en nieuwsgierigheid, de flauwe ideeën van de dokter, de problemen van hem en zijn vrouw en de twee baby"s brengen het verhaal op de spits.