Vanuit Rotterdam heeft Gerhard Bern het verschrikkelijke nieuws ontvangen dat zijn broer, zonder enige aanwijsbare reden, zelfmoord heeft gepleegd. De enige aanwijzing lijkt zijn lidmaatschap van een geheime club te zijn. Om een verklaring te vinden haast Gerhard zich, vergezeld van een rechercheur, naar Rotterdam, waar hij onderdak krijgt van consul Verstraaten, een vriend van zijn vader. Daar ontmoet hij Ilse, de dochter van de consul, en wordt hij verliefd. Kort daarna verloven ze zich. Intussen is er opnieuw een mysterieuze zelfmoord gemeld. Het blijkt dat in beide gevallen de mannen, beiden lid van dezelfde club, een levensverzekering hadden afgesloten en dat een zekere heer van Gelderen, leider van de club, het verzekeringsgeld heeft geïnd.