Met een montage gegraveerd als een juweel, is deze film een echt neobarok manifest. Aan de ene kant de sprankelende Seine, de sculpturen van de Alexandre III-brug en de majestueuze trapafdalingen van een mysterieus personage; aan de andere kant onthult de schittering van een spiegel een wellustige innerlijke ruimte, overspoeld door kunstwerken, vreemde voorwerpen, tropische planten, zware kleding, in het midden waarvan de estheet op de troon zit en nadenkt over mannelijke naaktfoto's. De kristalheldere stem van een contratenor die Bach viert, perfectioneert het wellustige gevoel dat uit deze film naar voren komt.