De Portugezen, die op de kust van Bengalen zijn geland, nemen drie meisjes gevangen, maar een van hen, Karima, weet te ontsnappen met de hulp van haar vriend, de jonge visser Ainur. Ondertussen besluiten de Portugezen, nadat ze hebben vernomen dat er een kostbare robijn in het dorp wordt bewaard, deze in beslag te nemen door in ruil vijftien geweren aan te bieden aan het dorpshoofd, Uzake. Ainur verzet zich en ontketent de woede van zijn vijanden.