Een majoor van de veiligheidsdienst wil de goedgelovige priester Zieja 'kopen' en van hem een agent maken die de oppositie in diskrediet zal brengen. De ondervragingen van de priester worden een natuurlijk voorwendsel voor een reis door de geschiedenis van Polen in de twintigste eeuw: van de bolsjewistische oorlog van 1920, via de Tweede Wereldoorlog, tot aan de moderne tijd. Het blijkt dat de ogenschijnlijk naïeve pater Zieja eigenlijk een slimme rebel is.