Burgerrechtenactivist Hu Jia werd van 2004 tot 2008 onder huisarrest gehouden in de chique oostelijke buitenwijken van Peking. Op een dag pakte Hu een videocamera en begon dingen buiten het raam te documenteren: zijn toeschouwers, herders die hun kudde hoedden, spinnen in de regen, en zijn collega-activist en zijn vrouw, Zeng Jinyan, die onder zenuwachtig nauwlettend toezicht van en naar haar werk ging. van de politie in burger.