Twee strijders van de guerrillabeweging, de ene van het Oekraïense Opstandelingenleger (UPA) en de andere van het Poolse Binnenlandse Leger (AK), vertellen over de wreedheden van de Duitse en Sovjet-bezetting in 1939-1946, discussiëren over de wederzijdse schade van de verleden, en onthul wat hen verenigde na alles wat ze hebben meegemaakt.