In de Bruine Rotterdammer wordt bekendgemaakt dat Toen was geluk heel gewoon ermee stopt. Bas, Henk van de Berg, Karel van Dam, de moeder van Nel, Paco, Kok van de Lande, mijnheer Harmsen en Hopjes komen een voor een naar Jaap en Nel om te vragen of het waar is. Bij iedere persoon die het vroeg gaf Jaap als antwoord: "En dat komt door jou. Iedereen werd gek van ...." Alleen bij Harmsen zei Jaap: "Maar dat komt niet door U, mijnheer Harmsen."