Agnieszka Lubczyńska, een aantrekkelijke advocate, brengt met haar gezin een vakantie door aan de Poolse kust. De vrouw verveelt zich met haar schijnbaar perfecte leven. Ze neemt haar buurvrouw, mevrouw Henryka, in vertrouwen over haar huwelijksproblemen. Tot overmaat van ramp wordt Agnieszka's vakantie verstoord door een onverwachte gebeurtenis. Ze ontdekt het lijk van een man in zee. Commissaris Tomasz Nowiński arriveert op de plaats delict, vergezeld door Monika Krajewska, een ambitieuze agent die is toegewezen aan het onderzoek. Het blijkt dat Tomek en Agnieszka elkaar nog kennen van de middelbare school. In eerste instantie gelooft de commissaris dat de verdrinking van de man een ongeluk was. Maar de volgende dag wordt er nog een slachtoffer gevonden, Ewa Miernus, de zus van de drenkeling. De eerste verdachte in de mysterieuze sterfgevallen is een lokale visser met wie de vrouw de laatste uren van haar leven doorbracht.